« Terug naar nieuwsoverzicht

‘Spreek ik met Tante Nel van Zegro?’

Blogs ‘Spreek ik met Tante Nel van Zegro?’

Ter gelegenheid van ons 50-jarig bestaan hebben we een prachtig jubileumboek laten maken, een waardevol archief gebundeld in een prachtig rood boek. Zo spraken we met onder andere met een bijzondere oud-medewerker, Nel Rodenburg.

"Toen ik zag dat ze bij Zegro een caissière zochten, ben ik gelijk gaan solliciteren. Ik werkte destijds als werkster bij de gereedschapsfabriek in de buurt, maar was wel toe aan iets anders. Ik kende Zegro toen helemaal nog niet, maar ik woonde om de hoek, dus het was voor mij wel gemakkelijk. Dus ik belde de heer Prins, die aangaf dat ik wel langs kon komen. Omdat ik zo dichtbij woonde, stond ik tot grote verbazing van de heer Prins gelijk op de stoep. Ik werd toen direct aangenomen als caissière voor drie dagen in de week, maar Prins senior zag schijnbaar potentie in mij, want een jaar later vroeg hij of ik op kantoor wilde komen werken. Wel op één voorwaarde, want ik moest dan wel naar Schoevers om de juiste diploma’s te halen. Ik heb hier de typeopleiding gedaan, een basiscursus Nederlands, het Nederlands handelscorrespondentie en daarna nog bedrijfscommunicatie. Op verzoek van de heer Prins heb ik vanaf mijn 30e zo’n zeven jaar op school gezeten en toen ik alles behaald had, was hij ook erg trots. Hij zei dan tegen iedereen dat hij mij gemaakt had tot waar ik nu was.

Ik was inmiddels directiesecretaresse geworden en bij elke restaurantopening mocht ik mee, ik kon met hem lezen en schrijven en was zowel zijn linker- als zijn rechterhand. In al die jaren dat we hebben samengewerkt, hebben we echt een band opgebouwd. Op een gegeven moment ben ik de hele werkweek gaan werken. Omdat ik ook elke zaterdag kwam en dus zes dagen werkte, moest ik van de heer Prins altijd de donderdagochtend vrij nemen, maar ik kwam dan toch. Anders zat ik thuis maar te wachten tot ik naar werk kon, en ik vond mijn werk ook heel erg leuk.

Ik deed bij Zegro eigenlijk van alles. Naast dat ik directiesecretaresse was, deed ik ook een stuk inkoop en ik zat ook nog steeds achter de kassa samen met mevrouw Prins. Ik zat toen in een kantoor met een raampje, en dan had je beneden twee kassa’s. Dan werd er ‘kassa’ geroepen en dan liep ik het trapje af om de kassa te draaien. Maar dan ging de telefoon, dus dan zei ik tegen de klant dat ik die even moest opnemen, vonden ze gelukkig nooit erg, liep ik weg, het trappetje weer op naar boven en dan nam ik de telefoon op. Ik was eigenlijk altijd een manusje-van-alles. Iedereen kwam altijd naar mij toe met het idee ‘Nel weet het wel’. Dan stonden ze als het ware in rijen aan mijn bureau. Was de ene collega weg, stond de andere er al. Ik riep dan weleens gekscherend dat ze een nummertje moesten trekken. Maar ik zei ook eigenlijk nooit ‘nee’, altijd maar ‘ja is goed’. Dan vroegen ze of ik bij de kassa’s kon helpen, of ik de receptie even over kon nemen, of ik wilde helpen met de inkoop en altijd maar: ‘ja is goed’. Op een gegeven moment werd het me een beetje te veel en heb ik even thuisgezeten. Toen heb ik ook wel geleerd om mijn eigen grenzen meer aan te geven en af en toe ‘nee’ te zeggen.

Maar ik heb ook leuke dingen geleerd, letterlijk. Ik heb in mijn tijd bij Zegro bijvoorbeeld ook een basiscursus vinoloog gedaan. De heer Prins, en later René en Leon ook, vonden altijd dat de medewerkers wel moesten kunnen adviseren als iemand op een bepaalde afdeling in de Zegro kwam. Ondanks dat ik zelf niet in de zaak werkte, liep ik er wel veel rond, dus als mensen dan vragen hadden over een wijn voor bij een voorgerecht of voor bij een dessert, kon ik ze wel een beetje sturen. Hetzelfde geldt voor de medewerkers nu nog steeds, die moeten ook kennis hebben van de artikelen in de zaak. Dat is ook altijd de kracht van de Zegro geweest, dat je als medewerker weet waar het staat als een klant binnenkomt en vraagt naar een bepaald product. Of je loopt met diegene mee naar de afdeling en geeft de klant ‘af ’aan een collega die er meer van weet. Ik heb altijd tegen Leon en René gezegd dat nieuwe medewerkers eigenlijk eerst een maand in de winkel moesten werken, of een tijd aan de band bij de kassa's. Dan zie je precies waar dingen staan en kijk je wat je in je handen hebt, per welke hoeveelheden iets gaat, dat soort dingen.

Zegro voelt altijd een beetje alsof het ook van mij is. Ik zeg nu na mijn pensioen nog steeds weleens dat ik naar de zaak ga, of dat iemand in mijn kantoor zit. Als ik er ben, ga ik ook altijd op mijn oude plek zitten. Toen ik dertig jaar in dienst was, heeft Jill voor mij een oorkonde gemaakt die nog steeds in mijn oude kantoor hangt. De bedrijfsleider die er is komen werken toen ik al weg was, had hem er op een gegeven moment afgehaald. Ik had dat via via al gehoord, dus de eerstvolgende keer dat ik weer in de zaak was, zei ik tegen hem: ‘Ben jij degene die mijn oorkonde eraf gehaald heeft?’, waarna hij een heel verhaal ophing over hij dat niet had gedaan, maar dat de oorkonde eraf was gevallen. Dus ik keek hem aan en zei op duidelijke toon dat de enige die hem er ooit af zou halen, ikzelf was, en toen droop hij af. Ik droeg vroeger meestal hakjes en als ik dan aan kwam lopen, hoorden ze al getik en schoten mensen weg. En als ik dan weleens schoenen droeg zonder hak, schrokken mensen als ik opeens achter ze stond. Ik ben nooit heel streng geweest, maar ik kon mensen wel ergens op wijzen. Dan riep ik ze even op mijn kantoor en legde ik uit wat ze beter wel of niet konden doen.

Ik kon eigenlijk heel goed opschieten met alle collega’s. De caissières waren vooral heel blij met mij, want ik keek natuurlijk op de kassa’s, dus dan gaf ik het aan als er een kassa bij moest, ook toen ik er niet meer verantwoordelijk voor was. En nu nog, als ik eens op de zaak ben, houd ik nog steeds de boel in de gaten. Mevrouw Prins kwam nadat ze gestopt was met werken nog veel naar de zaak en die zat dan op de hoek van de bar. De familie zei altijd tegen mij dat ik aan de andere kant kon gaan zitten als ik met pensioen zou gaan. Ik heb altijd gezegd dat ook als ik niet meer hoefde te werken, ik alsnog gewoon zou komen werken als ik echt thuis zou komen te zitten.

Nu zijn wij veel in Spanje, maar ik zou het zo doen. Ik word in Spanje overigens nog steeds weleens gebeld door klanten. ‘Spreek ik met Tante Nel van Zegro?’, zeggen ze dan. Jill heeft mij ooit eens omgedoopt tot Tante Nel en heel veel mensen gingen mij zo noemen, dat vond ik helemaal niet erg. Dan vragen ze naar de kerstpakketten, dat deed ik namelijk ook bij Zegro toen we dat nog zelf deden. We hadden een showroom voor de kerstpakketten. Daar verzamelden we allerlei losse spullen en dan konden onze klanten zelf pakketten samenstellen. We hadden dan weer een andere ruimte met tien man die al die pakketten in stonden te pakken, dat was altijd erg leuk.

Ik heb sowieso wel warme herinneringen aan de periode bij Zegro rondom kerst. Eén keer per jaar hadden we altijd een groot feest, net voor we de drukke periode rond de feestdagen in gingen. Daarmee staken René en Leon de medewerkers een hart onder de riem voordat we echt de drukke periode in gingen. Of we gingen met zijn allen naar het theater of naar een restaurant. Dat vond ik heel leuk van de jongens, dat ondanks dat het misschien weleens slechter ging met de zaak, ze dat soort dingen altijd bleven doen. Het personeel kreeg met kerst ook altijd een kerstcadeau en ook een bonus. Zij gaven de winst altijd aan het personeel, dat staken ze niet in hun eigen zak. Eigenlijk zijn ze er altijd geweest voor hun medewerkers en voor hun klanten. De oude heer Prins liep altijd zelf door de zaak of stond bij de kassa's, en als hij er niet stond, stond ik er.

Als je ergens anders in de winkel onjuist wordt bejegend of een minder goede ervaring hebt, is de kassa het laatste punt en dat onthoudt de klant. Als je daar weer goed geholpen wordt, dan vergeet men alles wat er binnen is gebeurd. Daar zit de kracht in. "Zegro is voor veel mensen belangrijk en wij zijn maar een kleine doperwt", zei hij dan, omdat het eigenlijk maar een kleine kruidenierszaak was. Hij is geen horecagroothandel begonnen, maar een doperwtenwinkel. Uiteindelijk heeft hij Zegro groot kunnen maken en hebben de jongens het nog groter gemaakt. Zij zijn zelf altijd het gezicht geweest van Zegro, samen met het personeel dat er al heel lang werkt. Dat zegt overigens ook veel, dat er mensen zijn die al ruim twintig jaar bij Zegro werken. René en Leon hebben het echt altijd hartstikke goed gedaan met Zegro en daar mogen ze trots op zijn."

Tekst: Flora Bakker
Beeld: Lennaert Ruinen

Deel dit bericht: